“Hoezo één Europa?” – Hoe je als Nederlander in Duitsland buiten de boot kunt vallen
De laatste tijd zijn er zowel in Nederland als Duitsland discussies over uitkeringsmisbruikers uit bijvoorbeeld Roemenië en Bulgarije. Veel politici in Duitsland spreken er schande van en Horst Seehofer van de Beierse CSU staat voorop.
Het UWV in Nederland en de ‘Bundesagentur für Arbeit’ in Duitsland, die voor de werkeloosheidsuitkeringen zuständig zijn, zetten daarom alles op alles om misbruik te voorkomen. De Bundesagentur für Arbeit weigert uitkeringen aan niet Duitse EU-burgers te verstrekken die naar hun eigen zeggen alleen voor het zoeken naar werk naar Duitsland zijn gekomen. Door deze maatregel worden niet alleen Roemenen en Bulgaren buiten de deur gehouden, maar ook Nederlanders die in Duitsland wonen en nog niet ‘sozialversicherungspflichtig’ gewerkt hebben. Dus een Nederlandse student die in Duitsland een ‘Minijob’ heeft gehad, kan het ook wel schudden.
Tussen Duitsland, Nederland en Brussel
De Nederlandse student Guido Jansen (26), die wij door onze Nederlands-Duitse activiteiten hebben leren kennen, besloot zes jaar geleden om in Duitsland aan de Universität Duisburg-Essen te studeren. Na zijn studie ging hij opzoek naar een baan in Duitsland, maar hij kon deze, zoals meer afgestudeerden binnen Europa, niet direct vinden en meldde zich daarom ook in Duitsland werkeloos. Guido kreeg echter geen Duitse uitkeringen omdat hij naast zijn studie alleen maar Minijobs had gehad. Hij had minder dan €450 Euro per maand verdiend en zodoende hoefde zijn Duitse werkgevers geen sociale premies te betalen. Dat kwam zijn Duitse werkgever goed uit. Maar zelfs dan had hij eigenlijk nog steeds recht op een Duitse bijstandsuitkering, in Duitsland bekend als Hartz4. Maar ook deze uitkering werd geweigerd, ‘abgelehnt’, omdat hij simpelweg geen Duitser is. Als argument werd aangedragen, dat Guido zich uitsluitend in de Bondsrepubliek zou bevinden om een baan te vinden. Aan feit dat hij al zes jaar in Duitsland woonde, hier gestudeerd had en dat hij als EU-burger (verdrag van Schengen) zich overal binnen het ‘Europese rijk’ mag bewegen en vestigen, werd hier voorbijgegaan.
Maar dan was er natuurlijk nog de Nederlandse overheid. Als je uit Duitsland geen sociale hulp kunt verwachten, dan toch uit je moederland. Omdat Guido ook geen sociale premies in Nederland had betaald, althans niet het laatste half jaar, en niet in Nederland woonachtig was, was de Nederlandse overheid niet meer voor hem verantwoordelijk. Guido werd dus van het kastje naar de muur gestuurd en viel dus buiten de boot.
Guido liet het er niet bij zitten en ging in bezwaar: hij schreef een bezwaarbrief aan de Bundesagentur für Arbeit en stapte tevens naar het plaatselijke Sozialgericht. Inmiddels kwamen er ook uit Brussel reacties, dat Duitsland niet zomaar uitkeringen aan niet Duitse EU-burgers zou mogen weigeren. Natuurlijk was Guido niet de enige, in de Duitse media ging het met name over EU-burgers uit Zuid- en Oosteuropa, waarbij een Duitse bijstandsuitkering structureel afgewezen werd. Voor Guido liep het uiteindelijk toch goed af, het Sozialgericht stelde hem in het gelijk en hij kreeg een uitkering uit Duitsland. Maar dat had in het Europese getouwtrek ook heel anders kunnen aflopen.
Het verhaal van Guido Jansen laat zien dat er gaten zitten in het Europese systeem. Iemand die van Nederland naar Duitsland emigreert, moet dus enorm goed oppassen, dat hij of zij zijn of haar recht op sociale zekerheid niet verliest. Emigreren naar Duitsland is dus met financiële risico’s verbonden. Deze politiek, waar Europa en zijn lidstaten voor verantwoordelijk zijn, is ook nadelig voor de Duits-Nederlandse samenwerking. Voor een betere Europese en Duits-Nederlandse samenwerking is het een slechte zaak indien emigreren bemoeilijkt wordt. Het staat de culturele uitwisseling in de weg!
(Daan Groot)